Vermogensrendementsheffing: hoe zit het nu?

In december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat het heffen van zogenoemde spaartaks in strijd is met de wet. Het heffen van dit vermogensrendement door de Belastingdienst, leidt ertoe dat spaarders belasting betalen over een fictief rendement op hun vermogen, dat vaak (veel) hoger lag dan het daadwerkelijke rendement. Het daadwerkelijke rendement – zo besloot de rechter- en niet een fictief rendement, moet worden belast. Ten gevolge van deze uitspraak moeten spaarders worden gecompenseerd.

Het met terugwerkende kracht compenseren van het onterecht geinde vermogensrendement blijkt een buitengewoon complexe operatie. Het is niet duidelijk wie er precies recht hebben op compensatie en wat het werkelijke rendement was op hun spaargeld en beleggingen. Daarbij is de ICT-capaciteit van de Belastingdienst er onvoldoende op ingericht om al de aangiftes te herzien.

Als je zelf tot de 3 miljoen mensen behoort die belasting betalen in box 3, en de afgelopen jaren spaartaks hebt afgedragen, blijft het de vraag of en wanneer je gecompenseerd wordt.

Vooralsnog blijft De Belastingdienst fictief rendement belasten: In 2022 zijn er drie schijven voor het berekenen van het fictief rendement. Over de veronderstelde opbrengst van spaargeld betaal je 31% inkomstenbelasting.