Box 3: Van fictief naar werkelijk rendement

De stand van zaken in zeven eenvoudige vragen

Er is veel te doen geweest rond de heffingen in box 3. In een notendop: In 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de manier waarop inkomen uit vermogen werd berekend, in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Daarop kwam een nieuwe methode, die vervolgens in juni 2024 ook onwettig werd verklaard. Maar hoe zit het ook alweer met het belastbaar inkomen in box 3? En wat is de stand van zaken na de uitspraak van juni? Lupacompany legt het uit aan de hand van zeven korte vragen.

 

1. Wat is er besloten in juni?

In juni heeft de Hoge Raad (HR) meerdere uitspraken gedaan over de manier waarop nu het inkomen uit vermogen (box 3) wordt berekend. Volgens de uitspraak moet de Belastingdienst enkel het werkelijk rendement op vermogen belasten, als dit lager is dan het fictief rendement. De -na een uitspraak van de HR in 2021- nieuw ontwikkelde rekenmethode is in strijd met het discriminatieverbod en het eigendomsrecht. Het ministerie van Financiën bestudeert nu (juli 2024) de uitspraak en gaat formuleren hoe het box 3-inkomen wel op een juiste manier kan worden berekend. Dit is een enorm complexe operatie, want en rendementen op bijvoorbeeld aandelen, cryptovaluta en onroerend goed zijn verre van statisch. Er mag niet meer gegeneraliseerd worden middels fictieve rendementen. De overgang naar box 3 heffingen volgens werkelijk rendement moet volgens de rechter in 2027 volledig operationeel zijn.

2. Wie wordt belast in box 3?

Even terug naar de basis. Hoe zit het ook alweer met box 3? Je moet belasting betalen in box 3, wanneer je vermogen (i.e. bezittingen minus schulden) boven een bepaalde drempel komt. Als je je eventuele schulden aftrekt van je bezittingen, je in 2024 geen fiscale partner hebt en boven een bedrag komt van € 57.000, betaal je over het meerbedrag belasting in box 3. Heb je wel een fiscale partner? Dan betaal je in 2024 vermogensrendementsheffing in box 3 over je vermogen boven € 114.000.

3. Wat moet ik opgeven in box 3?

Onder bezittingen die je moet opgeven bij de belastingaangifte vallen bijvoorbeeld je spaargeld, aandelen, een tweede woning of cryptovaluta. Voor een compleet overzicht klik je hier. De meeste schulden mag je hierop in mindering brengen. Een negatief banksaldo of erfbelasting vallen bijvoorbeeld in box 3. Let op: voor het negatieve rendement op schulden die je in mindering mag brengen op het vermogen in box 3, geldt (ook) een heffingsvrije voet. Alleen het deel van de schuld dat hoger is dan de drempel van € 3.700 (zonder fiscale partner) of € 7.400 (met fiscaal partner) is aftrekbaar van het vermogen.

4. Hoe wordt de hoogte van mijn rendement uit vermogen nu vastgesteld?

Voor 2024 is vastgesteld dat het box 3 inkomen in de (voorlopige) aanslag wordt berekend volgens de Wet Rechtsherstel Box 3. Dit houdt in dat het vermogen geïndexeerd moet worden op een manier die de werkelijke opbrengst (rendement) het dichtst benaderd. Ofwel: Rendement uit banktegoed moet minder zwaar belast worden dan rendement uit beleggingen en andere bezittingen. De negatieve rente op schulden wordt ook meegenomen in de uiteindelijke berekening. De som van het rendement op de werkelijke verdeling van ieders individuele vermogen (tussen banktegoed, bezittingen/beleggingen en schulden), minus de heffingsvrije voet (zie hierboven) is het in box 3 belaste bedrag.

5. Hoeveel belasting moet ik in box 3 betalen in 2024?

De rendementspercentages in 2024 zijn als volgt:

  • Banktegoeden: 1,03% (voorlopig percentage, definitieve percentage wordt begin 2025 vastgesteld)
  • Beleggingen en andere bezittingen: 6,04% (vaststaand percentage)
  • Schulden: 2,47% (voorlopig percentage, definitief volgt in 2025)

De Belastingdienst gaat uit van deze opbrengsten over het vermogen, dat boven de heffingsvrije voet komt. Daar wordt het negatieve percentage over schulden (ook hier: boven de drempel) vanaf getrokken. Dit is het belastbaar inkomen uit box 3. Hier betaal je in 2024 36% belasting over.

Voor een stappenplan om zelf het bedrag aan te betalen belasting in box 3 uit te rekenen, kun je terecht op deze pagina van de Belastingdienst. 

6. Hoe zit het met voorgaande jaren?

Voor de jaren 2021 en 2022 werd het box 3-inkomen met de oude en een nieuwe methode uitgerekend door de Belastingdienst. Welke methode het meest gunstig was voor de belastingplichtige, werd toegepast. Voor 2023 zijn er geen twee methodes meer die naast elkaar gelegd werden: alleen de nieuwe methode, waarin verschillende rendementen voor banktegoeden en beleggingen/bezittingen in acht werden genomen, wordt over 2023 gebruikt. Over de som van het rendement moet voor 2023 32% belasting worden betaald in box 3.

7. Hoe gaat het nu verder?

Het is nog niet bekend wat de uitspraak van de Hoge Raad op 6 juni voor gevolgen heeft voor aanslagen in voorgaande jaren en het huidige 2024. Heb je een voorlopige aanslag gekregen? Je moet deze gewoon voldoen. Diegenen die geld terugkrijgen of op een andere manier gevolgen ondervinden van het oordeel van de Hoge Raad, ontvangen hier een brief over van de Belastingdienst.

Lupacompany volgt de ontwikkelingen met betrekking tot de veranderingen in box 3 op de voet. We houden je op de hoogte!